De wetgeving in praktijk

De Nederlandse wetgeving is niet altijd even duidelijk en wekt nogal eens verwarring.

In Nederland zijn twee wetten van toepassing nl.:

  • Het BAGA-besluit uit de Wet Milieubeheer;
  • Het PCB/PCT-besluit uit de Wet Milieugevaarlijke stoffen.
  • Het BAGA die normen hanteert op basis van het PCB-congeneergehalte en het PCB/PCT-besluit, spreekt van een totaal PCB-gehalte.

    Ter verklaring het volgende:

    Er bestaan in totaal 209 soorten PCB's die in een gemengde vorm voorkomen. Iedere soort wordt een congeneer genoemd en is opeenvolgend genummerd van 1 tot 209. Hierbij komen bepaalde congeneren in vaste groepen voor. Een gering aantal congeneren vormt de hoofdmoot voor wat betreft de extreme giftigheid. Het betreft hier de nummers 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180. Om deze reden heeft de wetgever bepaald dat deze congeneernummers volgens een vastgestelde methode geanalyseerd dienen te worden en het totaal PCB gehalte van de gemeten olie dan gelijk is aan 10x de hoogst gemeten congeneer.

    Het "BAGA" van de Wet Milieubeheer van 23 November 1993 is van toepassing indien er sprake is van het afvoeren van PCB-houdende produkten of preparaten.

    Hierin worden vier mogelijkheden onderscheiden :

    1. Het afvoeren van met olie gevulde transformatoren;

    2. Het afvoeren van transformatoren waaruit de olie is verwijderd;

    3. Het afvoeren van verontreinigde olie;

    4. Het afvoeren van PCB-houdende apparaten zoals condensatoren.

    In geval van mogelijk 1, is er sprake van gevaarlijk afval indien het PCB-gehalte in de olie in de gevulde transformator meer is dan 50 mg/kg olie (Dus wanneer ��n van de gemeten congeneren groter is dan 5 mg/kg).

    In geval van mogelijkheid 2, is er bij het afvoeren van lege transformatoren sprake van gevaarlijk afval indien het PCB-gehalte van de in de transformator achtergebleven restvloeistof meer is dan 100 mg/kg olie (Dus wanneer ��n van de gemeten congeneren groter is dan 10 mg/kg).

    In geval van mogelijkheid 3, is er sprake van gevaarlijk afval indien het PCB-gehalte meer is dan 5 mg/kg (te weten gelijk of meer dan 0,5 mg/kg van ��n van de gemeten congeneren).

    Het PCB besluit nt. 232 / Wet Milieugevaarlijke stoffen / 18 April 1991 (gewijzigd op 14 Januari 1993) geeft het volgende aan:

    Dat transformatoren die olie bevatten die met PCB's zijn verontreinigd met een gehalte tot 0,5 mg congeneer/kg olie, mogen worden gebruikt, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan;

    1. De PCB verontreiniging in de transformator-olie moet onopzettelijk hebben plaatsgevonden, waarbij het PCB-gehalte gelijk of lager is dan 0,5 mg congeneer/kg olie, (te weten, gelijk of lager dan 5 mg PCB's/kg olie);

    2. Het moeten transformatoren betreffen die voor 1 Augustus 1985 op de markt zijn gebracht; na deze genoemde datum was het formeel verboden om deze apparatuur in Nederland op de markt te brengen. of anderszins te verhandelen;

    3. Tot het jaar 2003 mogen verontreinigde transformatoren in gebruik blijven, mits zij in goede staat van onderhoud verkeren.

    In Europees verband wordt ook aan een wetgeving op het gebied van PCB's gewerkt.

    Op dit moment zijn belangrijke verschillen met het huidige Nederlandse PCB-Besluit oa.:

  • dat pas bij 50 mg PCB/kg olie sprake is van ontoelaatbare verontreiniging;
  • transformatoren met een verontreiniging tussen 50 en 500 mg/kg in bedrijf mogen worden gehouden tot het bereiken van het einde van de technische levensduur.
  • EnergieNed heeft in dit verband in 1995 een verzoek gericht aan het Ministerie van VROM om het uiterste jaar 2003 niet langer te hanteren en toe te staan dat de distributiebedrijven haar onopzettelijk besmette toestellen in bedrijf mogen houden tot aan het einde van de technische levensduur. In het antwoord MBA/95001 1469 d.d. 2 November 1995 heeft het Ministerie, vooruitlopend op het voornemen om het PCB/PCT-besluit te vervangen na vaststelling van de Europese richtlijn op het gebied van PCB's, positief op het verzoek van EnergieNed gereageerd. Het Ministerie heeft daarbij de wens geuit dat de distributiebedrijven over een database zullen beschikken waaruit het Ministerie kan worden g�informeerd ten aanzien van de voortgang in de verwijdering van de verontreinigde transformatoren.

    Ondanks het feit dat het Ministerie de distributiebedrijven thans wat meer ruimte in de tijd heeft gegund, beschouwt het Ministerie van VROM PCB's nog steeds als een ernstig probleem. Algemeen wordt dan ook niet verwacht dat de huidige PCB-norm zal worden verruimd. Daarbij beschouwt het Ministerie van VROM alle niet geanalyseerde transformatoren van v��r 1984 als potentieel PCB-besmet en dienen deze als zodanig te worden behandeld. Ofschoon er geen offici�le verplichting toe is, kan men er, alleen al om reden van veiligheid, moreel niet omheen de nog aanwezige PCB-besmette apparatuur te inventariseren. In geval van een calamiteit met een PCB- besmet apparaat of transformator kan dit verstrekkende gevolgen hebben voor zowel de mensen als het milieu.

    Een goede milieuzorg alswel de door het Ministerie gewenste informatie ten aanzien van de voortgang in de verwijdering van de PCB-verontreinigde transformatorolie en apparaten maken een inventarisatie onontkomelijk.

    Wat betekent het BAGA in de praktijk

    Alle apparaten zoals bv. transformatoren dienen als gevaarlijk afval te worden beschouwd en als zodanig te worden afgevoerd indien het totaal PCB-gehalte voor:

  • een met olie gevuld apparaat meer dan 50 mg/kg olie bedraagt;
  • een leeg apparaat (met nog restvloeistof) meer dan 100 mg/kg olie bedraagt;
  • uitsluitend de olie gelijk of meer dan 5 mg/kg olie bedraagt.
  • Let wel: PCB's zijn in het milieu verboden stoffen

    Afgifte van vol met olie gevulde transformatoren en andere apparaten met een totaal PCB-gehalte van gelijk aan of minder dan 50 mg/kg, alswel apparaten leeg (zonder olie) met een totaal PCB-gehalte van gelijk of minder dan 100 mg/kg, aan een niet vergunninghouder voor gevaarlijke afvalstoffen is uiterst risicovol.

    Zodra de PCB-olie uit de transformator is afgetapt, wordt deze olie volgens de wet als gevaarlijk afval beschouwd (een totaal PCB-gehalte van gelijk of meer dan 5 mg/kg).

    In de praktijk houdt dit in dat gevaarlijk afval uitsluitend aan een bevoegde vergunninghouder mag worden afgegeven. In alle andere gevallen is men in overtreding.

    Bij de apparaten die zijn afgetapt en dus als zijnde leeg worden beschouwd, dient men zich te realiseren dat dit in de praktijk betekent dat er doorgaans, als consequentie van de constructie van het apparaat, nog minstens 10% olie in het apparaat is achtergebleven. Het niet deskundig behandelen van dergelijke apparaten kan aanleiding zijn tot een aanzienlijke milieuschade, waarvoor de vroegere eigenaar van het apparaat alsnog wettelijk kan worden aangesproken.

    Neem dan ook geen onnodige risico's en stuur uw apparaten voor een veilige en wettige vernietiging naar ORION B.V. te Drachten. ORION B.V. heeft mede om uw risico's af te dekken een milieu-aansprakelijk-heidsverzekering afgesloten. Alle werkzaamheden door ORION B.V. of onder leiding van ORION uitgevoerd zijn gedekt tegen schade.